De ambitie voor Nederland is dat er jaarlijks 100.000 woningen worden bijgebouwd. In 2030 moet de helft van de nieuwbouwwoningen circulair worden ontwikkeld en industrieel worden gebouwd. Emergo kan met zijn prefab houten bouwcomponenten en modulair woningconcept bijdragen aan deze woningbouwopgave. Opschaling van de productie mag echter niet ten koste gaan van de kwaliteit, stelt Hendrik-Jan Weggeman, algemeen directeur van Emergo.
Het motto van Emergo luidt: “Plezierig wonen, voor iedereen”. Hendrik-Jan legt in een paar zinnen uit hoe dit leidend is in al het denken en doen binnen Emergo. “Een circulair, biobased, industrieel gebouwd huis is geen doel op zich. Achter die bijvoeglijke naamwoorden komt nog een woord: ‘huis’. En daar draait het uiteindelijk om: een fijn huis waarin je plezierig kunt wonen, vele decennia lang.”
“Die woning moet ook betaalbaar zijn en van goede kwaliteit. Onze verantwoordelijkheid als fabrikant en leverancier is dat we voor de volle honderd procent achter onze producten staan.” Kwaliteit laat zich in heel veel betekenissen vatten, stelt Hendrik-Jan. “De bouwkwaliteit van Nederlandse nieuwbouwwoningen heeft nog nooit zo hoog gelegen als tegenwoordig. Daar is weinig mis mee. Waar we wel samen risico’s lopen, is dat we woningen te klein maken. Ruimte is ook een vorm van kwaliteit.”
Verantwoordelijkheid nemen
“De bijdrage van Emergo aan de grote opgave en ambities om de woningproductie op te schalen, liggen erin dat we de verantwoordelijkheid nemen voor onze eigen besluiten. Een tendentieuze haast kan ertoe leiden dat je de verkeerde afslag neemt waarvan de gevolgen zich moeilijk laten herstellen.” Emergo wil vooraanlopen, vertelt Hendrik-Jan verder. “We kiezen ervoor om vroeg betrokken te zijn bij het toepassen van nieuwe materialen en technieken. Tegelijkertijd willen we dat op een verantwoorde manier doen. We schalen pas op zodra we voldoende zekerheid hebben en doorgronden wat toegepaste innovaties ons en onze klanten werkelijk brengen.”
We kiezen er heel bewust voor om in de toekomst zo te groeien dat we flexibel blijven
“We kiezen er heel bewust voor om in de toekomst zo te groeien dat we flexibel blijven. Onze organisatie mag geen log schip worden dat moeilijk van koers kan wijzigen. Als bijvoorbeeld onder invloed van de economie de nieuwbouw temporiseert, en de aandacht naar renovatie verschuift, willen we daar ook een relevante rol kunnen spelen. We zullen sowieso graag in de positie van toeleverancier aan de bouw blijven, met het leveren van prefab bouwcomponenten voor de gebouwenschil: prefab daken, dakkapellen, gevels etc.”
Meer focus op prefab gevels en wanden
De beschikbare ruimte om te bouwen in Nederland is beperkt. Ook de woningbouw gaat daarom steeds vaker de hoogte in. Het aandeel appartementen stijgt ten opzichte van grondgebonden woningen. “De komende jaren wil Emergo ook een relevante speler worden op het gebied van prefab gevels en wanden. Daarmee spelen we in op ontwikkelingen in de markt, en het maakt ons een nog completere bouwpartner voor onze klanten.”
Samen stappen zetten
“Bij ons, als industriële bouwpartner, hoort dat we niet naar anderen wijzen als het gaat om het behalen van gemeenschappelijke doelen in gebouwde omgeving, maar dat we onze eigen verantwoordelijkheid nemen,” vertelt Hendrik-Jan. “Het is heel goed dat we als branche geprikkeld worden, zoals met de doelstelling om in 2030 vijftig procent industrieel te bouwen. Het is ónze taak om die handschoen op een nuchtere, gezonde en bedrijfseconomisch verantwoorde manier op te pakken. Daarbij is het heel reëel om de randvoorwaarden te benoemen waarbinnen wij kunnen presteren, en om daar aandacht voor te vragen. Alle ambities en duurzaamheidsinnovaties in het bouwproces kun je alleen maar verder brengen als er een fatsoenlijk verdienmodel onder ligt. Dat begrip had men al in de middeleeuwen. De opkomst van de gilden had alles te maken met het feit dat het ambacht een goede kwaliteitsstandaard en een gezond verdienmodel nodig had.”
Als industriële bouwpartner nemen wij onze eigen verantwoordelijkheid voor de gezamenlijke doelen van 2030
Wil tot samenwerken
De bouwambitie stuit al enkele jaren op een mix van obstakels waardoor de aantallen achterblijven. Ten opzichte van 2023 is de bouwproductie in 2024 naar schatting met 3,5% gekrompen (bron: EIB). Onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) laat zien dat de tijdwinst van industrieel bouwen deels tenietgaat door de stroperige planvorming en procedures rondom de woningbouw. Hendrik-Jan is het eens met die observatie. Hij bepleit realisme en de wil tot samenwerken. “We leven tegenwoordig in een land waar we de neiging hebben om kleine verschillen van inzicht extreem uit te vergroten. Vaak gaat het zo ruig, dat samen kiezen in welke mate het ene belang mag prevaleren boven een ander belang bijna onmogelijk wordt. Een gevaar daarbij is dat thema’s tendentieus worden gebracht en benaderd. Op de korte termijn kunje daarmee veel aandacht creëren, maar ook weerstand of juist onverschilligheid, waardoor je degenen die je wil overtuigen juist verliest. Dan bereik je uiteindelijk niet wat je had gehoopt te bereiken. Dat zie je bijvoorbeeld bij het thema verduurzaming gebeuren. Omwille van de klimaatdoelstellingen moet dat gebeuren in een tempo waar we tot op heden niet toe in staat lijken te zijn, en dan moet iemand de schuld krijgen.”
In een opiniestuk schreef bijvoorbeeld Diederik Samsom onlangs: “Waarom durft de Kamer ons recht op lukraak stroomgebruik niet aan te tasten? Het voorstel ligt al klaar. De Tweede Kamer durft er echter niet aan. Uit vrees dat wij, verwende boze kiezers, het niet pikken…”
Hendrik-Jan: “Mijn observatie is dat velen van die “verwende boze kiezers” al behoorlijk bewust omgaan met hun energieverbruik - helemaal niet lukraak. Dat er tussen 16.00 en 20.00 uur een piekvraag ontstaat komt door ons gemeenschappelijke leefpatroon, thuiskomen uit het werk, samen eten, de ondergaande zon, afkoelende buitentemperatuur. Dat de elektrificatie van onze energieconsumptie daarmee leidt tot piekbelasting van het net was en is heel voorspelbaar. De burger hiervan de schuld geven is niet reëel en werkt contraproductief. Het zijn de overheid en het bedrijfsleven samen die ambities en uitdagingen in goede banen moeten leiden.”
Keuzes maken
Bouwen hangt voortdurend samen met keuzes maken. “Wat we bouwen heeft per definitie invloed op de omgeving. Wat je de een aan ruimte biedt, levert voor een ander een beperking op. Waar je bouwt kun je de natuur niet langer z’n gang laten gaan, of verdwijnt de agrarische functie. Een gebouw staat niet op zichzelf. Het vraagt zowel ondergronds als bovengronds om infrastructuur. Zeker in een land als Nederland, waar de ruimte beperkt is, moetje de verschillende belangen goed tegen elkaar afwegen. Ik vind het terecht dat de minister wijst op de verantwoordelijkheid om te zorgen voor betaalbare woonruimte. Het woningtekort raakt een grote groep jonge mensen. Het is terecht dat de minister daar extra aandacht voor vraagt en met plannen komt om de bouwproductie te versnellen.”
Het kabinet wil met het programma STOER (Schrappen van Tegenstrijdige of Overbodige Eisen en Regelgeving) administratieve en bouwkundige obstakels aanpakken die de woningbouwopgave in de weg staan. Er is een interessant tussenresultaat gepresenteerd dat perspectieven biedt om woningbouwontwikkeling te kunnen versnellen. Ook hier geldt: schrappen betekent keuzes maken. Niet kiezen betekent dat alles hetzelfde blijft.
Bouwen hangt voortdurend samen met keuzes maken
Opschalen
“Iedereen in de keten moet doen wat hij of zij kan, zodat we kunnen opschalen. Als samenleving moeten we durven kiezen hoe we Nederland willen inrichten en ontwikkelen. Die keuzes zijn niet aan Emergo. Wat wij wel kunnen, is ervoor zorgen dat we maximaal voorbereid zijn om met onze aanpak, producten en diensten bij te dragen aan die ontwikkeling. Dan helpt het enorm als we onze producten en processen zo hebben ingericht dat ze zo klein mogelijke CO2-voetafdruk en stikstofdepositie hebben. Dat zijn stappen waar we continu mee bezig blijven. Hoe kunnen we onze producten in de kern nog duurzamer maken?”